• Om besmetting met DNA van een andere bron te voorkomen, mag het dier 1-2 uur voor het nemen van een swab niet eten of bij de moeder drinken. Gedurende deze tijd zal het dier apart moeten worden gehouden van andere dieren.
  • Schuur tijdens de monstername goed met de swab langs het mondslijmvlies om er zeker van te zijn dat er genoeg cellen op de swab zitten. De genetische test kan alleen uitgevoerd worden als er genoeg genetisch materiaal op de swab aanwezig is. Gebruik voor de zekerheid 2 swabs per dier.
  • Het is belangrijk om de swabs aan de lucht te laten drogen: doe de swab na monstername terug in het buisje, maar draai de dop niet dicht gedurende 1-2 uur. Na het drogen de dop goed vastdraaien.
  • Label het buisje met belangrijke informatie (naam van het dier, eigenaar, chip nummer…).
  • Stuur de swabs samen met het opdrachtformulier “Genetica” naar LABOKLIN, indien mogelijk dezelfde dag.