Dermatologie Flowcharts

Naast anamnese en lichamelijk onderzoek speelt laboratoriumdiagnostiek een cruciale rol in de diagnostiek van de dermatologische patiënt. LABOKLIN kan hierbij zeer uitgebreid ondersteuning bieden met een breed scala aan testen. Een greep uit ons aanbod:

  • PCR’s voor Demodex, Sarcoptes en Dermatofyten
  • Antistoffen tegen Sarcoptes, Malassezia en vlooien
  • Microscopisch onderzoek van een afkrabsel of haarmonster (trichogram)
  • Cytologisch onderzoek van een afdruk- of DNAB-preparaat
  • Histopathologisch onderzoek van huidbiopten of tumoren
  • Bacteriologische en mycologische kweek
  • Screening en uitgebreide panels voor allergenen in het kader van atopie
  • Voedingsmiddelenonderzoek ter ondersteuning van het kiezen van een eliminatiedieet
  • Bijna 30 genetische testen voor huidaandoeningen bij diverse diersoorten en rassen

Een stapsgewijs diagnostisch plan is onmisbaar om een dermatologische patiënt overzichtelijk op te werken en geen diagnoses over het hoofd te zien of verkeerde diagnoses te stellen. Voor honden en katten met jeuk heeft LABOKLIN daarom handige flowcharts, welke u kunnen ondersteunen bij het stellen van de juiste diagnose. Beide flowcharts zijn ook uitgewerkt in tekst met nadere toelichting. De kleurmarkeringen in de tekst verwijzen naar de flowchart.

Flowchart pruritus hond

Toelichting flowchart hond

Flowchart pruritus kat

Toelichting flowchart kat

Atopische dermatitis

De diagnose allergie/atopische dermatitis is een klinische diagnose, gebaseerd op anamnese en lichamelijk onderzoek. Laboratoriumtesten kunnen helpen bij het identificeren van oorzakelijke allergenen, zodat gericht kan worden geprobeerd deze te vermijden of de patiënt te hyposensibiliseren (Allergen Specific Immunotherapy/ASIT). Doordat we gebruik maken van de hoogstspecifieke en -sensitieve Fcε-receptortest voor IgE, veroorzaken IgG antistoffen geen vals positieve uitslagen*. Daarnaast werken we ook met blockers om vals positieve uitslagen door irrelevante IgE-antistoffen tegen Cross-reactive Carbohydrate Determinants (CCD) te voorkomen*. Een positieve reactie in onze testen is dus ook daadwerkelijk relevant, op voorwaarde dat het klinisch beeld past bij atopie. Onterechte hyposensibilisatie voor een vals-positief resultaat is niet wenselijk.

Voor serologisch onderzoek voor atopie is voor hond, kat en paard een eerste screening allergie een goede eerste stap. Op basis van de uitslag kan een uitsplitsing van individuele allergenen worden aangevraagd. Bij specifieke verdenkingen op basis van anamnese en/of lichamelijk onderzoek – bijvoorbeeld duidelijk seizoensgebonden symptomen – kunnen ook direct individuele allergeenpanels worden aangevraagd. Daarnaast is het ook mogelijk om een pruritusprofiel aan te vragen, waarin naast serologie voor atopie ook andere testen worden gedaan.

Belangrijk om negatieve uitslagen te voorkomen/interpreteren:

  • de symptomen dienen het liefst tenminste 4 weken aanwezig zijn
  • het dier dient bij voorkeur ouder dan 1 jaar oud te zijn
  • behandeling met glucocorticoïden dient gestopt te worden voordat een allergietest wordt gedaan (3 maanden voor depotpreparaten, 6-8 weken voor orale prednisolon en 2-4 weken voor topicale producten als spray of zalf)
  • dieren met Atopic-Like Dermatitis hebben een klinische beeld dat hetzelfde is als atopische dermatitis, maar hebben geen aantoonbare antistoffen noch een reactie bij een intradermale allergietest. Deze dieren kunnen ook niet worden behandeld met ASIT.

Een compleet overzicht van al onze allergietesten vindt u in de onderstaande documenten.

Overzicht allergietesten hond en kat

Overzicht allergietesten paard

*De Fcε-receptortest en CCD-blocking zijn momenteel beschikbaar voor hond en kat.

Hyposensibilisatie / ASIT

Een Allergeen-specifieke Immunotherapie (ASIT) of hyposensibilisatie wordt samengesteld voor het individuele dier op basis van allergietesten en bestaat uit subcutane injecties. In de aanvangsfase wordt het allergeenmengsel frequent in lage dosering toegediend om vervolgens volgens schema langzaam de dosering op te bouwen met afnemende frequentie. De uiteindelijke dosering en frequentie van de onderhoudstherapie kan per individueel dier verschillen, afhankelijk van de reactie op de behandeling.

ASIT is de enige behandeling die het verloop van atopische dermatitis kan beïnvloeden. Andere behandelingen zijn symptomatisch en beïnvloeden niet het verloop van de aandoening. Het immuunsysteem kan met ASIT worden geprogrammeerd om de reactie op de oorzakelijke allergenen te verminderen of zelfs te stoppen. Het is een effectieve en veilige manier van behandelen zonder bijwerkingen, een uiterst zeldzame allergisch reactie uitgezonderd. Het is doorgaans nodig om levenslang te behandelen en daarom is dit laatste een belangrijk argument om voor ASIT te kiezen.  

Het therapiesucces van een ASIT is meer dan 70%. Wanneer in een vroeg stadium van atopische dermatitis wordt begonnen (één tot enkele jaren na begin van de symptomen), is het therapiesucces zelfs hoger. Vaak treedt verbetering op binnen enkele maanden tot een half jaar, maar het kan tot 12 maanden duren. Het is daarom essentieel om tenminste een jaar vol te houden om het effect goed te kunnen beoordelen. Hoewel de kosten van een ASIT hoog kunnen lijken, is het in vergelijking met symptomatische behandelingen kostenefficiënt op de lange termijn.

Daarnaast is het ook mogelijk hyposensibilisatie toe te dienen middels Sublinguale Immunotherapie (SLIT).

Dierenartsen kunnen bij ons op recept en op basis van uitgevoerde allergietesten een geregistreerde ASIT of SLIT bestellen voor omgevingsallergenen. Neem hiervoor contact met ons op.

Voedselallergie

Voordat het diagnostische en therapeutische traject voor atopie wordt ingezet, is het erg belangrijk dat een voedselallergie is uitgesloten. De gouden standaard voor het vaststellen van voedselallergie bij hond, kat en paard is een eliminatiedieet. De patiënt wordt gedurende 6-10 weken zeer strikt op een hypo- of anallergeen dieet gezet en bij een voedselallergie zouden de symptomen moeten verdwijnen. Een provocatie met het oude voer, waarbij de symptomen weer terugkomen, bevestigt de diagnose.

Er zijn geen testen die het eliminatiedieet kunnen vervangen, echter wel serologische testen die kunnen helpen bij het gericht kiezen van een eliminatiedieet. Hoewel deze testen niet diagnostisch zijn voor voedselallergie, kan een dergelijke uitslag de strikte toepassing van het dieet door de eigenaar verhogen, omdat inzichtelijk is op welke allergenen of diëten er een reactie is. Het slagen van een eliminatiedieet hangt voor een groot deel af van de eigenaar.

Onze voedingsmiddelentesten bepalen IgE en IgG antistoffen tegen afzonderlijke eiwitten en koolhydraten (bijv. rund, lam, aardappel, rijst). Het gekozen eliminatiedieet dient alleen voedingsmiddelen te bevatten welke in de test negatief uitvallen op zowel IgG als IgE. Aangezien voor de productie van diervoeding steeds meer alternatieve grondstoffen worden gebruikt, zijn naast de algemene voedingsmiddelentesten voor kat en hond ook aanvullende en exotische panels beschikbaar.

 Cruciaal is om te onthouden dat een positieve reactie in een serologische test geen bevestiging is van voedselallergie. Aanwezigheid van antistoffen tegen voedingsmiddelen kan ook door andere oorzaken worden veroorzaakt (bijvoorbeeld runderalbumine in vaccins) en correleert niet noodzakelijk met klinische symptomen. Een negatieve reactie sluit voedselallergie niet geheel uit, maar maakt het wel onwaarschijnlijk (negatief voorspellende waarde 81%).

 Een compleet overzicht van al onze allergietesten vindt u in de onderstaande documenten.

Overzicht allergietesten hond en kat

Overzicht allergietesten paard